Rekenen met kansen
Hieronder vind je een aantal belangrijke begrippen uit het hoofdstuk over combinatoriek en kansrekenen.
Hoe ga je te werk?
Planning
Hierboven zie je een planning staan met alle aanwezige onderdelen per subthema. Je kiest zelf wat je wel of niet behandelt, zolang je op het einde van de rit de leerstof beheerst. De oefeningen uit het handboek zijn verplicht te maken, de rest is extra.
Er zal steeds een les zijn waar je vragen kan stellen of extra uitleg kan vragen. Duid dus zeker de zaken aan die je niet begrijpt zodat je die dan kan vragen.
Als je bepaalde zaken niet kan zien of openen, is het vaak nuttig om van browser te veranderen.
Succes!
Er zal steeds een les zijn waar je vragen kan stellen of extra uitleg kan vragen. Duid dus zeker de zaken aan die je niet begrijpt zodat je die dan kan vragen.
Als je bepaalde zaken niet kan zien of openen, is het vaak nuttig om van browser te veranderen.
Succes!
Theorie (HB p.80-92)
TIP: De formule van Laplace en de kansbomen komen vaak terug in de oefeningen. Zorg dat je deze goed begrijpt. Maak zeker voldoende oefeningen!
Relatieve frequentie en kans (HB p.83-85)
Formule van Laplace (HB p.86-88)
Het begrip 'vaasmodel' komt bij ons niet aan bod. Hiermee bedoelen ze eigenlijk gewoon de typische oefeningen waarbij je knikkers uit een vaas haalt. Meer moet je er niet achter zoeken.
Een toepassing hierop:
Kansbomen (HB p.90-91)
Onderstaande zaken hebben niet rechtstreeks iets met kansbomen te maken, maar staan in je handboek wel onder dit titeltje vermeld.
De somregel
Toepassing op somregel:
Trekken met en zonder terugleggen
Samenvatting (HB p.92)
Oefeningen (HB p.93-98)
Maak onderstaande oefeningen uit je handboek (p. 93-98):
Bij de oefeningen met een sterretje, is er een tip te vinden, als je op de knop 'hints' klikt. Denk eens zelf zeer goed na alvorens je op deze knop drukt.
Oef. 2 Oef. 8* Oef. 18 Oef. 41
Oef. 3 Oef. 13 Oef. 27*
Oef. 4 Oef. 17* Oef. 30
Bij de oefeningen met een sterretje, is er een tip te vinden, als je op de knop 'hints' klikt. Denk eens zelf zeer goed na alvorens je op deze knop drukt.
Oef. 2 Oef. 8* Oef. 18 Oef. 41
Oef. 3 Oef. 13 Oef. 27*
Oef. 4 Oef. 17* Oef. 30
Wanneer je alle oefeningen gemaakt hebt, kan je deze controleren a.d.h.v. de oplossingen. Als er dan nog steeds iets onduidelijk is, vraag dit dan zeker tijdens onze 'vragen-les'.
Extra oefeningen
Bij het onderstaande moet je de kans berekenen dat je minstens één aas trek als je vijf kaarten uit een normaal kaartspel trekt.
Klik op onderstaande link voor extra uitleg en oefeningen. Druk op het groene vraagteken rechts onderaan als je de oplossingen wil zien.
Wiskunde 3e graad